Collection de tracts et documents officiels [AC 56/17] : IV Documents Officiels Belges et Allemands: Communications Officielles, [1935-1945] - Photo n° 524516
Photo n°
524516
:
BIJLAGE Omschrijving van de vereischte theoretische kennissen en van de daarmede overeenstemmende funktie. Aspirant Boekhouders : a) Theoretische kennis van de boekhoudkundige studie-stof: Worden beschouwd als deel uitmakende van deze kennis: Handelscorrespondentie, Handelsrekenen, Handelstechniek, Boekhouden (beginselen en techniek), Boekhouden in vennootschappen, Burgerlijk Recht, Begrippen over Handelsrecht, Begrippen over Fiscale en Sociale Wetgeving. b) Funktie: Als boekhoudkundige funktie wordt aangezien bij het begin van het beroep, het werk verricht door den aspi- rant-boekhouder. Door aspirant-boekhouder moet worden verstaan de bediende die het beroep van boekhoudkundige gekozen hebbende of met het inzicht eens dit beroep uit te oefenen, rechtstreeks den boekhouder in zijne werkzaamheden bijstaat of onder leiding van dezen laatsten boekhoudkundig werk verricht. Als boekhoudkundig werk geldt, voor den aspirantboekhouder, bij voorbeeld het helpen bijhouden der boekhouding, het inschrijven in de registers van bescheiden en documenten, het bijhouden van hulpdagboeken en van het grootboek, het opstellen der klantenrekeningen, der maandelijksche balansen, in één woord, alles wat den werkelijken boekhouder dienstig is tot het centraliseeren der geschriften. In groote bedrijven, waar de dienst der boekhouding verschillende af deelingen begrijpt, vallen deze laatste onder dezelfde regeling, mits zij onder de leiding van een boekhouder of hoofdboekhouder staan. Daartegenover komen niet in aanmerking, en zijn zij niet voldoende om den aspirant-boekhouder te kenmerken, zekere werken, door gewone bedienden uitgevoerd, zooals het punten of aanteekenen en het overschrijven van rekeningen en dokumenten, het kas houden, het opstellen en bijhouden der lijsten opgelegd door fiscale en sociale wetten, alsmede alle boekhoudkundige werkzaamheden en opdrachten waarmede sommige bedienden bij gelegenheid, of naar gelang de omstandigheden en de vereischten van de administratieve diensten der onderneming gelast worden. Boekhouders : a) Theoretische kennissen: Algemeene boekhouding, de boekhouding in de vennootschappen en de industrieele boekhouding, handels-en financieele rekenkunde, handelsdokumentatie en techniek, burgerlijk-, handels-v industrieel-, fiscaal- en sociaal recht, warenkennis. b) Funktie: De boekhouder is de bediende gelast met het inrichten der boekhouding, die voldoende technische kennissen bezit om er de leiding van te verzekeren, ze aan te passen bij nieuwe behoeften, en de noodige verbinding tot stand te brengen met de andere bedrijfsdiensten. Hoofdboekhouders : a) Theoretische kennissen: Zij zijn in principe dezelfde als deze vereischt voor den boekhouder. b) Funktie: De hoofdboekhouder oefent, in het algemeen, gelijkaardige funkties uit als de boekhouder, maar dan in meer omvangrijke bedrijven, waar de dienstleider der boekhouding bijgestaan wordt door een kader van één of meer boekhouders en aspirant-boekhouders. Kandidaat Accountants : a) Theoretische kennissen: Buiten degene vereischt van de boekhouders wordt eene grondige kennis van de volgende technische vakken gevergd: boekhouden in de bedrijven, statistiek, inrichting en controle der boekhouding (theorie), staatshuishoudkunde en bedrijfshuishoudkunde, plichtenleer. b) Beroep: De uitgeoefende funktie moet werkelijk beantwoorden aan het leveren van arbeidsprestaties die tot het gebied van de accountancy behooren, en in overeenstemming zijn met de verworven theoretische kennissen. Accountants : Er wordt een onderscheid gemaakt, ten opzichte van het uitoefenen van het beroep, tusschen den accountant die volkomen vrij optreedt en den accountant die uitsluitend in dienstverband staat. De accountant is een zelfstandig optredende persoonlijkheid die voldoet aan alle theoretische kennissen de wetenschap der accountancy bestrijkend, die elke verleende opdracht naar deze beginselen uitvoert en toepast in zijne beroepspraktijk, die blijk kan geven van persoonlijk inzicht en initiatief op technisch boekhoudkundig terrein, gepaard gaande met een gefundeerd advies op bedrijfseconomisch gebied. De accountant die uitsluitend in dienstverband werkzaam is, moet, hoewel niet gerechtigd zijnde het beroep voor eigen rekening noch voor rekening van derden uit te oefenen, nochtans alle theoretische kennissen bezitten de wetenschap der accountancy bestrijkend; hij moet elke verleende opdracht, hem toevertrouwd door de instelling of onderneming waarvan hij afhangt, naar deze beginselen uitvoeren en deze toepassen in zijne beroepspraktijk; hij moet blijk kunnen geven van persoonlijk inzicht en initiatief op technisch boekhoudkundig terrein, en een gefundeerd advies op bedrijfseconomisch gebied kunnen geven. a) Theoretische kennissen: Buiten de leerstof voorzien voor den kandidaat-accountant worden bovendien nog vereischt: een grondige kennis inzake organisatie, ontleding en beoordeeling van cijfers, balansen en jaarbalansen, bedrijfsstatistiek, controleleer (praktijk), samenstelling en voorlegging van verslagen (theorie en praktijk), bedrijfseconomische adviezen.