Collection de tracts et documents officiels [AC 52/1] : III Propagande de la collaboration et propagande allemande: Propagande 'Militaire': De Waffen SS roept de Vlamingen. Vlaamsche Soldaten Aan de Eer, 1942 - Photo n° 524347
Photo n°
524347
:
führer te komen. Pak en zak moest ik meebrengen. Ik kan niet ontkennen, dat ik min of meer verwonderd was. Tot mijn onuitsprekelijke vreugde deelde de Standartenführer me maé, dat ik aangeduid was voor een leergang van Germaansche vrijwilligers op de Krijgsschool der Waffen-SS. Ik kreeg aldus de kans om tot Führer of officier in het keurkorps van Hitler op te klimmen. In de Junkerschule trof ik, naast andere Vlamingen, Hollanders, Noren, Finnen, Denen en een aantal Volksduitschers uit de Baltisehe landen, uit de Boekowina, het Banaat en zelfs Bassarabië. We kunnen allemaal goed met elkaar overweg. De kursus wordt in het Duitsch gegeven, maar met deze taal zijn we gedurende onzen diensttijd voldoende vertrouwd geraakt. — In het Belgische leger moest men bepaalde studies gedaan hebben, om tot den officiersrang te kunnen opklimmen. Is dit ook het geval bij de Waffen-SS ? — Ja, in het Belgische leger ! Daar meende men blijkbaar, dat het volgen van bepaalde scholen iemand ook den moed en de kwaliteiten gaf om als leider in den strijd voor te gaan ! Hoe geheel anders gaat dat bij de Waffen-SS ! Daar wordt da man beoordeeld naar zijn moed, zijn leiders gaven en zijn prestaties gedurende de opleiding en op het slagveld. Ikzelf ben nog niet tot mijn volle veertien jaar naar school geweest. Dan kwam ik onmiddellijk bij vader in de meubelmakerswerkplaats. Ik moest mee aanpakken. Het eenige verder onderwijs wat ik genoten heb, was op de avondschool. Neen, naar zulke dingen vraagt de leiding der Waffen-SS niet. Ze beoordeelt de mannen in hun omgang met elkaar, ze weegt hun kameraadschap, het voorbeeld dat ze anderen kunnen geven gedurende het gevecht en ook de algemeene karaktereigenschappen. Daardoor bevinden er zich zoovele Vlamingen in de Junkerschule, omdat ze de gewenschte kwaliteiten in het vuur gedemonstreerd hebben. — Hoeveel Vlamingen zijn er dan weer op de Junkerschule ? — Op het oogenblik niet minder dan veertig. Maar er zijn er ook enkelen die den kursus reeds met vrucht voltooid hebben en nu Oberjunker zijn en op hun benoeming tot Führer wachten. De Vlamingen maken ook op de school een zeer goeden indruk. Onze eenige bekommernis is, eens voor onze rrianner even goede leiders te zijn, als onze officieren voor ons geweest zijn. — Had ge dan zulke goede officieren ? — De officieren bij de Waffen-SS, vanaf den Untersturmführer, geven hun soldaten steeds het voorbeeld. Zich daaraan spiegelend, kunnen wij alleen groote daden volbrengen. — Kunt Ge ons ook Uw indrukken uit de Sovjet-Unie meedeelen, Unterscharführer Isecke ? — Mij is daar het sterkste de vernietiging van alle kultuur opgevallen. Alles waaraan wij. Noordsche menschen, gehecht zijn, alles wat de basis van ons leven uitmaakt, alles : dat ginds de sporen van Noordschen scheppingsdrang vertoonde, werd systematisch opgeruimd en vernield. Om me tot een voorbeeld te bepalen: het gezinsleven werd onmogelijk gemaakt. De familie was ten doode opgeschreven. De kinderen waren veeltijds slechts staatsgoed en dit goed werd door den staat evenzeer verwaarloosd als alle andere goederen, die hij onder zijn toezicht had genomen. Vandaar de nooit uit te roeien plaag der «besprisorni», der verwaarloosde kinderen, die vagebonden en misdadigers worden en later door denzelfden staat, die hen tot dit echt dierlijke leven heeft gedreven, worden vervolgd. Waarlijk, de moordende pest van het bolsjewisme moet uitgeroeid warden. Ze zal, God zij dank, dan ook van den aardbodem worden weggeveegd. Moge Vlaanderen, de Vlaamsche jeugd, de Vlaamsche mannen, daaraan een ruim aandeel hebben. Slechts dan zal ons volk inde toekomst recht op medezeggenschap kunnen doen gelden!